Algemeen:

De aardappel is vanuit Zuid Amerika door de Spanjaarden naar Europa gebracht. Er zijn talloze soorten in diverse kleuren.

Gebruik:

De aardappel is een zeer belangrijk bestanddeel van ons voedsel. De laatste jaren is er een opwaardering en krijgen bijzondere soorten en behandelingen ook culinair veel aandacht. (Denk bijv. aan de roseval en de opperdoezer ronde.)

Plantkundige bijzonderheden:

De aardappel hoort evenals de tomaat bij de nachtschadefamilie. Daar komen nogal wat giftige planten in voor. De aardappel is uiteraard niet giftig, maar dat verandert als hij aan het licht wordt blootgesteld en groen wordt. Die delen NIET consumeren!

Zaaien:

Aardappelen worden gepoot. Daarvoor gebruiken we kleine (poot)aardappelen van een vorig jaar die al zichtbaar uitlopers (scheuten) hebben.
Van daaruit vertakt de aardappel zich onder de grond en groeien er nieuwe knollen. Er zijn soorten die vroeg en laat zijn. Om nog voor de zomervakantie te kunnen oogsten gebruiken we een vroege soort.
Bedenk dat de aardappel ruimte nodig heeft om te groeien. Daarom is de teelt ongeschikt voor een vierkantemeterbak van zo'n 20 cm hoog die op tegels staat.
Als de aardappel verder door kan groeien naar beneden is het prima: dan 1 aardappel per vak.
Een aardappel kan overigens ook prima in een diepe emmer worden geteeld.


Verzorgen:

De aardappel heeft na het planten verder nauwelijks verzorging nodig. Eventueel kun u het jonge loof een beetje aanaarden. Daarmee beschermt u meteen tegen eventuele late vorst.
Het rooien kan het beste plaatsvinden als de plant gaat afsterven.
Velen wachten daar niet op.

Oogsten:

Het oogsten kan vanaf juni (vroege soorten) tot oktober. Gebruik een spitvorm om ruim en diep om de plant heen te steken.

Problemen en bijzonderheden:

Aardappels zijn gevoelig voor diverse ernstige ziekten. Let er op dat u aardappelen altijd teelt op een plaats waar enkele jaren lang geen aardappelen gestaan hebben.

Wist je dat...

In Frankrijk was men vroeger niet dol op aardappelen. Toch was het belangrijk om ze te introduceren als aanvulling op het graan.
Lodewijk XVI liet ze verbouwen en het veld bewaken, maar (bewust) niet zo goed... 's Nachts werden ze door de bevolking gestolen. Dat moest immers wel iets bijzonders zijn - zulke bewaakte producten! Zo werden ze volksvoedsel...